Herkomst
De Franse vice-consul in Luang-Prbang en zijn vriend majoor Russel Gordon vertelden in Europa over een blauwogige, ivoorkleurige kat met een gouden glans over haar vacht en sneeuwwitte poten. Ze zeiden dat deze kat de talisman was van de Kittah-Lama van Birma. Met dit verhaal dook ook de legende op van de tempelkater Sinh die naast de grote lama mediteerde. Sinh was wit, had goudgele ogen, en donkere oren, poten en staart. Toen de Lama tijdens een opstand stierf, ging zijn ziel over in die van Sinh, en plots werden de gele ogen saffierblauw, het lichaam goudkleurig, en de poten sneeuwwit tot op de plaats waar ze door gewijde kleren bedekt waren.De opstandelingen vreesden deze kattengodin en weken terug. Zo beschermde Sinh de tempel tegen ontwijding en plundering en toen de priesters beraadslaagden over de nieuwe grote Lama, waren alle tempelkatten erbij. Ze hadden allemaal dezelfde kleur als Sinh. Tot nu toe is deze legende het enige wat we weten over de herkomst van de Heilige Birmaan. En het is een feit dat de katten die de vice-consul en majoor Gordon uit Birma toegezonden kregen, die kleuren van Sinh droegen. Maar het spoor van deze katten en hun nakomelingen loopt dood. Pas in 1920 kwamen er opnieuw Birmanen naar Europa. Onder hen was een drachtig dier genaamd Sita, waarvan de nakomelingen op onbegrijpelijke wijze in de handen van Franse fokkers zijn gekomen. In 1925 werden op de kattententoonstelling van Parijs voor de eerste keer twee birmanen getoond, en nog in hetzelfde jaar werd het ras in Frankrijk erkend. Het fokken met deze twee, en het kruisen van andere rassen - welke is onbekend - vestigde het type, en sinds 1955 heeft de Heilige Birmaan een internationale standaard en is het ras wereldwijd erkend.

Karakter
Over het algemeen zijn Heilige Birmanen zachtaardig, rustig, bescheiden en verdraagzaam. Ze zijn echter wel op hun rust gesteld en u moet ze hoe dan ook de mogelijkheid bieden zich zo nu en dan terug te trekken. In een drukke omgeving zijn ze dan ook minder op hun plaats, ze zouden uit hun evenwicht kunnen raken. Ze houden van gezelligheid en hebben tamelijk veel aandacht en kontakt met huisgenoten nodig om zich prettig te voelen. Sommigen hebben wel eens de neiging zich tot een eenpersoonskat te ontwikkelen. De omgang met andere katten verloopt meestal zonder problemen. Volgens eigenaars hebben Birmanen een familiegevoel: ze herkennen hun soortgenoten en klieken ermee samen. Ze eten, slapen en spelen graag gezamelijk. Ze kunnen ook prima samenleven met honden, mits die hem niet najagen. Ze staan erom bekend dat ze soms kieskeurige eters zijn. Ze zijn doorgaans niet luidruchtig. Wie de kat stoort tijdens haar wasbeurt, krijgt een bestraffende blik toegeworpen. Het heftige kloppen met de staart geeft aan dat ze met rust gelaten wil worden. Ondanks hun rustige natuur zullen de meeste op zijn tijd ook graag spelen en ravotten.

Verzorging
De zachte, halflangharige, maar zeer dichte vacht heeft vrij weinig verzorging nodig. De textuur zorgt ervoor dat de vacht zelden klitten vertoont. Over het algemeen kunt u met een wekelijkse borstelbeurt de vacht in goede conditie houden. Kam hem in geen geval met een metalen kam, aangezien u hiermee de ondervacht kunt beschadigen. Een stevige, haren borstel is de beste keuze.

Lichaam
Middelgroot. Hij mag niet te hoog op de poten staan, deze zijn dan ook korter. De voeten zijn rond en vertonen de rastypische witten sokken.
Kop: heeft ronde wangen en een rond voorhoofd. De neus is gemiddeld van lengte en mag geen stop vertonen, maar een lichte inkeping in de neusrug wordt niet bestraft. De neus is Romaans.
Ogen: niet te rond, eerder ovaal, zo diepblauw mogelijk.
Oren: staan wat schuin in de kop en wijzen enigszins naar voren.
Staart: gemiddeld van lengte in verhouding tot de rest van het lichaam en behoort een elegante indruk te maken.
Vacht: heeft een bijzondere textuur. Hij voelt zijdezacht aan en valt van nature als een weelderige sluier om de kat heen. Hij heeft weinig ondervacht. Rond de kraag, op de staart en bij de achterpoten is de vacht langer dan op de rest van het lichaam
Kleur: de voorpootjes moeten gelijke witte sokjes hebben zonder vermenging van andere kleur, de achterpoten hebben sokjes die uitlopen in een omgekeerde V aan de achterzijde. Die witte voetjes vormen de meest in het oog springende verschil met andere rassen. Dit belangrijkte raskenmerk mag nooit ontbreken. Voor alle kleurslagen geldt dat de kleur op het lichaam zo zuiver mogelijk moet zijn. De Birmaan komt voor in volgende kleuren: Sealpoint, Chocolatepoint, Bluepoint, Lilacpoint, Redpoint, Creampoint, Tortiepoint, Tabbypoint & Tortietabbypoint.